Zzp-constructie ligt (ook) in de horeca onder vuur
Geplaatst op 12 januari 2023 13:35
De nieuwe zzp-wetgeving gaat enorme gevolgen hebben voor de horeca, stellen verschillende experts. Jongeren die via een zzp-constructie werken, kunnen dat in de toekomst wellicht niet meer doen. Het uitgangspunt is namelijk dat ‘organisatorisch ingebed werk’ niet meer uitbesteed mag worden aan een zzp’er. Nu is er nog enige onduidelijkheid over dat ingebedde werk, maar duidelijk is wel dat dit gevolgen heeft voor een grote groep zelfstandigen. Eindelijk kunnen schijnconstructies in de horeca worden aangepakt.
In een jaar tijd zijn er 125.000 zzp’ers bijgekomen in Nederland, waarmee het totale aantal zelfstandigen nu op ruim 1 miljoen mensen staat. In vergelijk met de EU springt Nederland er beduidend uit. Bij de politiek en samenleving zijn er zorgen over deze snelle groei. En terecht.
Werken met en als zelfstandige(n)
Het kabinet heeft als doel om vanaf 2025 of 2026 een wetswijziging in te voeren die ervoor zorgt dat de verschillen tussen werken in loondienst en werken als zelfstandige kleiner worden. En daarmee de groei van het aantal zzp’ers in te dammen. Want naast positieve effecten, heeft de toename van het aantal zzp’ers ook nadelige effecten, stelt minister Karien van Gennip. Ze wil er met een wetswijziging voor zorgen dat zelfstandig ondernemers de ruimte en vrijheid behouden om te ondernemen met inachtneming van de regels die daarvoor gelden. En daar gaat het nu nog te vaak mis. In sommige gevallen is er zelfs sprake van schijnzelfstandigheid, zoals de gang van zaken bij bezorgdienst Deliveroo.
Een van de maatregelen van Van Gennip is voorkomen dat zzp’ers voor organisatorisch ingebed werk kunnen worden ingezet (tenzij ze expliciet voldoen aan bepaalde ondernemerscriteria). Maar wat inbedding is en welke tenzij-criteria worden gehanteerd, werkt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 2023 uit. Duidelijk is wel alvast dat zzp’ers die bijvoorbeeld langdurig in de horeca bínnen een restaurant of andere horecazaak werken, het over 2 tot 3 jaar flink lastiger gaan krijgen.
Inbedding is straks een criterium dat náást gezagsverhouding en de urennorm van minimaal 1125 uren op jaarbasis (met minstens drie opdrachtgevers) komt te staan.
Zzp’ers in de horeca
Veel koks, barista’s en bedieningsmedewerkers werken tegenwoordig als zzp’er in de horeca. In de reguliere bediening kan dit nu al een risico zijn, omdat de taken en werktijden specifiek omschreven zijn en daarmee een arbeidsrelatie kan ontstaan. Voor werkenden in de horeca met een minder goede onderhandelingspositie, werkt het kabinet aan een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst, gekoppeld aan een uurtarief.
Als een werkende een beroep doet op het rechtsvermoeden, is het aan de werkgevende om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Roos Wouters van de Werkvereniging denkt dat de maatregelen die het kabinet wil invoeren niet de juiste zijn. Als het aan haar ligt kijkt Nederland naar het Belgische model, waarin sneller duidelijk is er bij een zzp’er sprake is van schijnzelfstandigheid. In het Belgische model is de vrije wil van alle partijen belangrijk en daar is volgens Wouters in het Nederlandse model geen sprake van. Zzp-organisaties hebben gezegd voorstander te zijn van dit model.
Belastingdienst versus hockeyspeler
Een recente uitspraak door de rechter laat des te meer zien dat het einde van zzp-constructies met schijnzelfstandigheid in zicht is. Een bekende veldhockeyspeler zou als zelfstandig ondernemer uitkomen voor zijn club, maar daar is de rechter niet in meegegaan. Volgens de rechtbank was er sprake van een dienstverband. Er zou een bepaalde mate van gezagsverhouding zijn, omdat de coach de opstelling en wissels bepaalt, aanwijzingen geeft en spelers verplicht om bij trainingen en wedstrijden aanwezig te zijn. Dat de hockeyspeler overeen zou zijn gekomen dat hij de prestaties niet zelf hoefde te leveren, kwamen niet aan bij de rechter. In een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) stelde hij bovendien dat het werk niet door collega’s in loondienst werden uitgevoerd. Later weersprak hij niet dat collega’s in loondienst werkten.
Ook in de horeca werken veel zzp’ers waarbij duidelijk een gezagsverhouding aanwezig is en de werkzaamheden zijn ingebed, ofwel vast onderdeel van de dienstverlening zijn. Wellicht hebben horecaondernemers straks te maken met een naheffing werkgeverslasten en de zogenaamde zzp’ers krijgen dan een naheffing werknemerslasten. De toekomst zal het uitwijzen. Des te meer omdat we in Nederland de ketenaansprakelijkheidsregeling kennen. Daarbij lopen de ondernemer/opdrachtgever én zzp’er risico’s omtrent deze schijnconstructies.
