In de cao-horeca is er onderscheid tussen een vakkracht en niet-vakkracht. Het verschil zit hem in de ervaring en daarmee wellicht logischerwijs ook in het loon en de feestdagencompensatie. Maar wanneer is een horecawerknemer nu een echte vakkracht? En wanneer spreken we juist van een niet-vakkracht?
Vakkracht horeca
Vakkrachten in de horeca moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Ten eerste kunnen minderjarigen nooit een vakkracht zijn. Dit betekent dat er een leeftijdsgebonden voorwaarde aan verbonden is: vakkrachten moeten 18 jaar of ouder zijn én genoeg ervaring hebben opgedaan. Dit hoeft niet enkel bij jou als werkgever te zijn, dit mag de werknemer ook elders hebben opgedaan. Wel moet hij dit kunnen laten zien met loonstroken. De definitie van vakbekwaamheid draait uiteindelijk om het aantal uren: 1976 uur. Een medewerker moet dus 247 dagen van 8 uur hebben gedraaid. En dan maakt het niet uit in welke categorie. In principe zijn er in elke categorie medewerker vakkrachten te vinden, ook als je seizoens- of invalskrachten in dienst hebt. Daarnaast is natuurlijk een erkend vakdiploma een papieren bewijs dat iemand vakbekwaam is.
Geen vakkracht horeca
Wie zijn dan geen vakkrachten? Leerlingen zijn nooit vakkrachten, omdat ze nog niet voldoende uren hebben gedraaid. Ook werknemers die onder de 18 jaar zijn, kunnen geen vakkracht zijn, want ook zij hebben nog niet genoeg ervaringsuren opgebouwd. Uiteindelijk komt het er simpelweg op neer dat als je geen 1976 ervaringsuren hebt, je geen vakkracht bent. Ook als je geen erkend vakdiploma hebt, ben je geen vakkracht. Wel kun je als werkgever in een contract laten vastleggen hoeveel ervaringsuren iemand nog moeten maken, voordat hij officieel vakkracht is. Het is daarbij belangrijk om de opgebouwde uren goed te noteren.
Hoogte van loon
Heb je niet-vakkrachten in dienst, dan ontvangen zij minimaal het wettelijk minimum (jeugd)loon. Zij hebben geen recht op een loon op basis van een functieschaal in de loontabel. Jeugdige niet-vakkrachten en jeugdige leerlingen ontvangen sinds 1 september 2022 een hoger loon dan het wettelijk minimumloon omdat het percentage dat zij van het vakvolwassen minimumloon krijgen, omhoog gaat. Vakkrachten krijgen wél uitbetaald op basis van een functieschaal in de loontabel.
Feestdagen
Een ander verschil heeft met uitbetaling van loon tijdens feestdagen te maken. Een niet-vakkracht krijgt 100 procent uitbetaald, dus heeft geen recht op feestdagencompensatie. Een vakkracht ontvangt 150 procent of TVT (Tijd voor Tijd uren).